Toen maakte Jakob zich klaar, tilde zijn kinderen en vrouwen op de kamelen, bracht zijn vee en alle bezittingen die hij had verkregen bij elkaar, alle kudden die in Paddan-Aram zijn eigendom waren geworden, en ging op weg naar zijn vader Isaak in Kanaän. Laban was van huis gegaan om zijn schapen te scheren. Rachel nam de kans waar om de godenbeeldjes van haar vader te stelen, en Jakob bedroog de Arameeër Laban door er heimelijk vandoor te gaan. Zo vluchtte hij met alles wat hij bezat. Hij stak de Eufraat over en trok verder in de richting van het bergland van Gilead.

Jakob was al drie dagen onderweg toen Laban het bericht ontving dat hij gevlucht was. Samen met zijn verwanten zette Laban de achtervolging in. Zeven dagen lang joeg hij Jakob achterna. Bijna had hij hem in het bergland van Gilead ingehaald, toen God ’s nachts in een droom aan hem verscheen. Hij waarschuwde de Arameeër Laban:

‘Denk erom dat je Jakob geen strobreed in de weg legt.’

Kort daarna haalde Laban hem in. (Zowel Jakob als Laban en zijn verwanten hadden hun kamp opgeslagen in het bergland van Gilead.) ‘Wat heb je gedaan!’ zei hij tegen Jakob. ‘Mij bedriegen en mijn dochters wegvoeren alsof het krijgsgevangenen zijn! Waarom ben je er heimelijk vandoor gegaan en heb je me bestolen, zonder ook maar iets te zeggen? Ik zou je een feestelijk afscheid hebben bezorgd; er zou gezongen zijn en op de tamboerijn en de lier zijn gespeeld. Je hebt me niet eens de gelegenheid gegeven om mijn kleinkinderen en mijn dochters vaarwel te kussen. Daar heb je dom aan gedaan. Ik zou het jullie gemakkelijk betaald kunnen zetten, maar de God van jullie vader heeft mij de afgelopen nacht gewaarschuwd dat ik je niets in de weg mocht leggen. Alleen, je mag dan vertrokken zijn omdat je verteerd werd door heimwee – maar waarom heb je mijn goden gestolen?’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 32:2-16 Jakob oog in oog met Esau 1

Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3

Genesis 43:15-25 Jozefs broers opnieuw in Egypte 2

Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7

Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6

Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2

Genesis 37:26-36 Jozef verkocht en naar Egypte geb...

Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor

Genesis 24:15-30 Een vrouw voor Isaak 2

Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2

Genesis 41:34-46 De droom van de farao 3

Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...

Genesis 38:24-30 Juda en Tamar 3

Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...

Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1

Genesis 36:31-43 Nakomelingen van Esau 3

Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2

Genesis 50:22-26 Jozefs dood

Genesis 17:15-27 Verbond tussen God en Abram 2

Genesis 6:5-22 Noach 1

Genesis 31:43-54-32:1 Jakob bij Laban 10

Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël

Genesis 25:19-34 Jakob en Esau

Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1

Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5

Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2

Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2

Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1

Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2

Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8

Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4

Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1

Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...

Genesis 35:16-29 Jakob opnieuw in Betel 2

Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4

Genesis 8:1-14 Noach 4

Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2

Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5

Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1

Genesis 43:26-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 3

Genesis 42:29-38 Jozefs broers in Egypte 3

Genesis 4:17-26 Adams zonen 2

Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3

Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6

Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3

Genesis 47:1-14 Jakob met al zijn nakomelingen naa...

Genesis 29:1-14 Jakob bij Laban 1

Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2

Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2

Genesis 44:14-23 Jozefs broers opnieuw in Egypte 5

Genesis 8:15-22 Noach 5

Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1

Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2

Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3

Genesis 42:18-28 Jozefs broers in Egypte 2

Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7

Genesis 26:12-22 Isaak en Rebekka in Gerar 2

Genesis 17:1-14 Verbond tussen God en Abram 1

Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4

Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1

Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3

Genesis 21:22-34 Bondgenootschap met Abimelech

Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2

Genesis 28:1-9 Jakob ontneemt Esau de zegen 5

Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4

Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2

Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde

Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3

Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1

Genesis 46:1-15 Jakob met al zijn nakomelingen naa...

0Shares